Vanmorgen stond ik voor dag en dauw op, zakte ik af van de zevende naar onder de grond, liep daar beneden door stille gangen op weg naar het juiste kamertje en haalde daar mijn trotse Gazelle tevoorschijn. Maanden geleden nog wat ruw in de omgang, maar inmiddels zijn we helemaal één geworden omdat we al zoveel kilometers samen hebben afgelegd.
Met
een missie besteeg ik het dier en ondernam ik mijn levensgevaarlijke
tocht door de chaos van de wildernis. Tussen de bomen door, over de
paden op en neer over water. Overal vandaan konden ze komen. Te voet, of
ook op een Gazelle, schichtig zoals ik. Kilometers van oplettendheid
later, mijn armen gespannen van de tocht, kwam deze tot een einde. Ver
buiten de stad, in een afgelegen omgeving.
Ik stopte mijn Gazelle in een kooi en waande me een
weg door de doolhoven van het grote gebouw, naar mijn post voor de dag.
Eén voor één kwamen ze op me af. Vragende zielen, verloren zielen.
Er
was een moment, halverwege, waarop ik naar buiten ging om te genieten
in de zon, samen met gelijkgestemden. De zon was warm en brandde. We
laadden daar op met zijn allen en hernamen een uur later onze posten
weer.
Na afloop was mijn Gazelle
onrustig geworden en klaar om te gaan. Moe van de tocht terug door de
wildernis arriveerde ik thuis om daar tot rust te komen alvorens de jacht geopend werd.
Op
het jachtterrein werd een vis gevangen, zomaar uit de vriezer. Ook
vond ik er yams bij, kleintjes maar compact van vorm. Deze heb ik op
hoog vuur gebraaien en zojuist verorberd.
Het
alfamannetje is inmiddels ook thuisgekomen. Hij heeft zijn eigen strijd
geleverd. Vanavond als de
zon zakt, zullen we tegen elkaar aan kruipen en wachten tot de zon
terug is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten